You are viewing a plain text version of this content. The canonical link for it is here.
Posted to commits@flex.apache.org by ft...@apache.org on 2014/04/30 11:58:52 UTC
[03/15] FLEX-34291: Merge the donated FDB with the current one.
http://git-wip-us.apache.org/repos/asf/flex-sdk/blob/379cb609/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt
----------------------------------------------------------------------
diff --git a/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt b/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt
index 13f3bee..5949e02 100644
--- a/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt
+++ b/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt
@@ -1,4 +1,4 @@
-
+
Licensed to the Apache Software Foundation (ASF) under one or more
contributor license agreements. See the NOTICE file distributed with
this work for additional information regarding copyright ownership.
@@ -14,1741 +14,873 @@
See the License for the specific language governing permissions and
limitations under the License.
-This file contains the text displayed by the 'help' command in fdb.
-
-
-
-It is divided into "topics". For example, when an fdb user types
-
-'help break', the [break] topic below is displayed.
-
-
-
-The first and last lines of each topic should be blank.
-
-They don't get displayed in fdb; they are here only
-
-to make this file more easily readable.
-
-
-
-Help text should be formatted to not wrap
-
-when displayed on an 80-character-wide console.
-
-The following line is 80 characters wide.
-
-
-
---------------------------------------------------------------------------------
-
-
-
-[?]
-
-
-
-Niet-gedefinieerde opdracht. Voer alleen "help" in voor een lijst met alle
-
-fdb-opdrachten.
-
-
-
-[break]
-
-
-
-Een onderbrekingspunt instellen op de opgegeven regel of functie.
-
-Voorbeelden:
-
- break 87
-
- Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 87 van het huidige
-
- bestand.
-
- break myapp.mxml:56
-
- Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 56 van myapp.mxml.
-
- break #3:29
-
- Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 29 van bestand #3.
-
- break doThis
-
- Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThis() in
-
- het huidige bestand.
-
- break myapp.mxml:doThat
-
- Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThat() in
-
- het bestand myapp.mxml.
-
- break #3:doOther
-
- Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doOther() in
-
- bestand #3.
-
- break
-
- Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op het uitvoeradres in het
-
- stackframe. Dit is handig voor onderbreking bij terugkeer naar een
-
- stackframe.
-
-Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
-
-nummers.
-
-Voer "info functions" in voor functienamen.
-
-Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig
-
-zijn.
-
-Bij opgave van een regelnummer wordt aan het begin van de code voor die regel
-
-onderbroken.
-
-Bij opgave van een functie wordt aan het begin van de code voor die functie
-
-onderbroken.
-
-Zie "commands" en "condition" voor meer controle over onderbrekingspunten.
-
-
-
-[bt]
-
-
-
-Backtrace van de stack.
-
-
-
-[catch]
-
-
-
-Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt. Dit heeft alleen gevolgen voor
-
-afgevangen uitzonderingen, ofwel uitzonderingen die door een "catch"-blok
-
-worden verwerkt. Niet-afgevangen uitzonderingen stoppen altijd in het
-
-foutopsporingsprogramma.
-
-
-
-Gebruik de opdracht "verwijderen" om een catch-punt te verwijderen.
-
-
-
-Voorbeelden:
-
- catch *
-
- Hiermee wordt gestopt bij elke uitzondering die er optreedt.
-
- catch ReferenceError
-
- Hiermee wordt gestopt wanneer er een ReferenceError optreedt, al dan niet
-
- afgevangen.
-
-
-
-[cf]
-
-
-
-De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven of het huidige bestand
-
-veranderen.
-
-Voorbeelden:
-
- cf
-
- Hiermee wordt de naam en het nummer van het huidige bestand weergegeven.
-
- cf myapp.mxml
-
- Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in myapp.mxml.
-
- cf #29
-
- Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in bestand #29.
-
-Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
-
-nummers.
-
-Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn.
-
-Wanneer u een bestand met "list" vermeldt, wordt dat bestand eveneens het
-
-huidige bestand.
-
-
-
-[clear]
-
-
-
-Een onderbrekingspunt op een opgegeven regel of bij een functie wissen.
-
-Voorbeelden:
-
- clear 87
-
- Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 87 uit het huidige bestand
-
- gewist.
-
- clear myapp.mxml:56
-
- Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 56 van myapp.mxml gewist.
-
- clear #3:29
-
- Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 29 van bestand #3 gewist.
-
- clear doThis
-
- Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThis() uit het huidige
-
- bestand gewist.
-
- clear myapp.mxml:doThat
-
- Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThat() uit het bestand
-
- myapp.mxml gewist.
-
- clear #3:doOther
-
- Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doOther() uit bestand #3
-
- gewist.
-
- clear
-
- Hiermee wordt het onderbrekingspunt op de huidige regel uit het huidige
-
- bestand gewist.
-
-Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
-
-nummers.
-
-Voer "info functions" in voor functienamen.
-
-Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig
-
-zijn.
-
-Als het regelnummer is opgegeven, worden alle onderbrekingspunten van die regel
-
-verwijderd.
-
-Als een functie is opgegeven, worden onderbrekingspunten aan het begin van de
-
-functie verwijderd.
-
-
-
-[continue]
-
-
-
-De uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het onderbrekingspunt.
-
-Deze opdracht heeft geen argumenten.
-
-
-
-[condition]
-
-
-
-
-
-Nummer N van onderbrekingspunt opgeven om alleen te onderbreken als COND
-
-waar is.
-
-Deze opdracht kan gebruikt worden als 'condition N COND' waarbij N een geheel
-
-getal is en COND een expressie die telkens wanneer onderbrekingspunt N bereikt
-
-wordt, moet worden geëvalueerd.
-
-
-
-[commands]
-
-
-
-Opdrachten instellen die moeten worden uitgevoerd wanneer een onderbrekingspunt
-
-wordt bereikt.
-
-Geef het nummer van het onderbrekingspunt als argument op na "commands".
-
-Zonder argument is het beoogde onderbrekingspunt het laatst ingestelde.
-
-De opdrachten zelf volgen vanaf de volgende regel.
-
-Typ een regel die "end" bevat om het einde van de opdrachten aan te geven.
-
-Voer "silent" in als eerste regel om het onderbrekingspunt stil te maken; dit
-
-betekent dat er behalve dat wat de opdrachten weergeven, geen uitvoer wordt
-
-weergegeven.
-
-Voorbeeld:
-
- (fdb) commands
-
- Typ opdrachten die moeten worden uitgevoerd bij het bereiken van
-
- onderbrekingspunt 1, één per regel.
-
- Eindig met een regel die alleen "end" bevat.
-
- >w
-
- >end
-
-
-
-[delete]
-
-
-
-Een of meer onderbrekingspunten verwijderen.
-
-Voorbeelden:
-
- delete
-
- Hiermee worden alle onderbrekingspunten verwijderd.
-
- delete 2 5
-
- Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 verwijderd.
-
-Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt
-
-zien.
-
-
-
-[directory]
-
-
-
-De lijst met mappen waarin fdb naar bronbestanden zoekt, wijzigen.
-
-
-
-Voorbeelden:
-
-
-
- directory
-
- Hiermee wordt de standaardlijst hersteld, bestaande uit de map waarin het
-
- bronbestand is gecompileerd naar objectcode, gevolgd door de huidige
-
- werkmap.
-
-
-
- directory C:\MySource (Windows)
-
- directory /MySource (Mac)
-
- Hiermee wordt de opgegeven map toegevoegd aan het begin van de lijst met
-
- mappen waarin naar de bron wordt gezocht. Bij het zoeken naar de bron voor
-
- de klasse mypackage.MyClass zal het foutopsporingsprogramma bijvoorbeeld
-
- zoeken naar zowel C:\MySource\mypackage\MyClass.as als
-
- C:\MySource\MyClass.as.
-
-
-
- directory C:\Dir1;C:\Dir2 (Windows -- gebruik ';' als scheidingsteken)
-
- directory /Dir1:/Dir2 (Mac -- gebruik ':' als scheidingsteken)
-
- Hiermee worden verschillende mappen toegevoegd aan het begin van de lijst
-
- met mappen waarin naar de bron wordt gezocht.
-
-
-
-Gebruik "show directories" voor een overzicht van de huidige lijst.
-
-
-
-[disable]
-
-
-
-Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies
-
-uitschakelen.
-
-Voorbeelden:
-
- disable
-
- disable breakpoints
-
- Hiermee worden alle onderbrekingspunten uitgeschakeld.
-
- disable 2 5
-
- disable breakpoints 2 5
-
- Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 uitgeschakeld.
-
- disable display
-
- Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies uitgeschakeld.
-
- disable display 1 3
-
- Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 uitgeschakeld.
-
-Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt
-
-zien.
-
-Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven
-
-expressies wilt zien.
-
-
-
-[disassemble]
-
-
-
-(Alleen ActionScript 2; wordt niet ondersteund bij de foutopsporing van
-
-ActionScript 3)
-
-
-
-Disassembleer een opgegeven deel van de broncode.
-
-De standaardinstelling is de huidige regel in de lijst.
-
-De ondersteunde argumenten zijn dezelfde als bij de lijstopdracht
-
-Voorbeelden:
-
- disassemble 87
-
- Hiermee wordt regel 87 in het huidige bestand gedisassembleerd.
-
- disassemble 87 102
-
- Hiermee worden de regels 87 tot 102 in het huidige bestand
-
- gedisassembleerd.
-
- disassemble doThis
-
- Hiermee wordt de functie doThis() in het huidige bestand gedisassembleerd.
-
-Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op andere manieren
-
-regels opgeven:
-
- myapp.mxml
-
- Regel 1 in myapp.mxml.
-
- myapp.mxml:doThat
-
- De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml.
-
- myapp.mxml:56
-
- Regel 56 in myapp.mxml.
-
- #3
-
- Regel 1 in bestand #3.
-
- #3:doOther
-
- De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint.
-
- #3:29
-
- Regel 29 in bestand #3.
-
-
-
-[display]
-
-
-
-Een expressie toevoegen aan de lijst met automatisch weergegeven expressies.
-
-Voorbeeld:
-
- display employee.name
-
- Voeg 'employee.name' toe aan de lijst met automatisch weergegeven
-
- expressies.
-
- Telkens wanneer fdb stopt, wordt de waarde van employee.name weergegeven.
-
-Het argument voor deze opdracht is hetzelfde als dat voor 'print'.
-
-Voer "info display" in als u de lijst en de nummers van de automatisch
-
-weergegeven expressies wilt zien.
-
-
-
-[down]
-
-
-
-Het stackframe selecteren dat hierdoor wordt aangeroepen en deze afdrukken.
-
-De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale
-
-variabelen en argumenten van het geselecteerde frame.
-
-Zie 'up' en 'frame'
-
-
-
-[enable]
-
-
-
-Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies
-
-inschakelen.
-
-Voorbeelden:
-
- enable
-
- enable breakpoints
-
- Hiermee worden alle onderbrekingspunten ingeschakeld.
-
- enable 2 5
-
- enable breakpoints 2 5
-
- Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 ingeschakeld.
-
- enable display
-
- Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies ingeschakeld.
-
- enable display 1 3
-
- Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 ingeschakeld.
-
-Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt
-
-zien.
-
-Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven
-
-expressies wilt zien.
-
-
-
-[file]
-
-
-
-Een toepassing opgeven waarin u fouten wilt opsporen zonder deze te starten.
-
-Voorbeelden:
-
- file http://www.mysite.com/myapp.mxml
-
- Geef een MXML-toepassing op om fouten in op te sporen.
-
- file myapp.swf
-
- Geef een lokaal SWF-bestand in de huidige map op voor foutopsporing.
-
- In dit geval moet myapp.swd (het bestand dat de foutopsporingsinformatie
-
- bevat) ook in de huidige map staan.
-
-Met deze opdracht wordt de toepassing echter niet gestart; daarvoor gebruikt u
-
-de opdracht 'run' zonder argumenten.
-
-In plaats van 'file <doel>' en 'run' te gebruiken, kunt u de toepassing waarin
-
-u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van 'run':
-
- run http://mysite.com/myapp.mxml
-
- run myapp.swf
-
-U kunt de toepassing waarin u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van
-
-een opdrachtregel bij het starten van fdb:
-
- fdb http://www.mysite.com/myapp.mxml
-
- fdb myapp.swf
-
-In dit geval hoeft u 'file' of 'run' niet te gebruiken.
-
-Als u 'run' invoert zonder een toepassing op te geven waarin u de fouten wilt
-
-opsporen, wacht fdb tot een toepassing er verbinding mee maakt.
-
-
-
-[finish]
-
-
-
-Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert.
-
-Deze opdracht heeft geen argumenten.
-
-
-
-[frame]
-
-
-
-Een bepaald stackframe selecteren en afdrukken.
-
-Deze optie heeft als optioneel argument een framenummer.
-
-Zonder argument is de standaardactie terugkeren naar het huidige topframe
-
-(d.w.z. frame 0).
-
-Voorbeelden:
-
- frame 4
-
- frame
-
-De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale
-
-variabelen en argumenten van het geselecteerde frame.
-
-Zie 'up', 'down' en 'bt'
-
-
-
-[handle]
-
-
-
-Aangeven hoe fdb een fout in Flash Player moet afhandelen.
-
-Voorbeelden:
-
- handle recursion_limit stop
-
- Als de fout recursion_limit zich voordoet, toont fdb een bericht en stopt
-
- alsof het om een onderbrekingspunt gaat.
-
- handle all print nostop
-
- Als er een willekeurige fout optreedt, toont fdb een bericht zonder te
-
- stoppen.
-
-Het eerste argument is een foutnaam of 'all'.
-
-Overige argumenten zijn handelingen die betrekking hebben op die fout.
-
-Voer 'info handle' in voor foutnamen.
-
-Acties zijn print/noprint en stop/nostop.
-
-'print' betekent een bericht weergeven als er een fout optreedt.
-
-'stop' betekent teruggaan naar het foutopsporingsprogramma als deze fout
-
-optreedt. Impliceert 'print'.
-
-
-
-[help]
-
-
-
-Nieuw bij fdb? Voer 'tutorial' in voor basisinfo.
-
-Lijst met fdb-opdrachten:
-
-bt (bt) Een backtrace van alle stackframes weergeven
-
-break (b) Een onderbrekingspunt instellen op een opgegeven regel of
-
- bij een functie
-
-catch (ca) Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt
-
-cf (cf) De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven
-
-clear (cl) Een onderbrekingspunt van een opgegeven regel of functie
-
- wissen
-
-condition (cond) Een voorwaardelijke expressie toevoegen aan of verwijderen
-
- van een onderbrekingspunt
-
-continue (c) Uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het
-
- onderbrekingspunt
-
-commands (com) Hiermee worden opdrachten ingesteld die worden uitgevoerd
-
- wanneer het onderbrekingspunt bereikt wordt
-
-delete (d) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven
-
- expressies verwijderen
-
-directory (dir) Een map toevoegen aan het zoekpad voor bronbestanden
-
-disable (disab) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven
-
- expressies uitschakelen
-
-disassemble (disas) Bronregels of functies disassembleren
-
-display (disp) Een automatisch weergegeven expressie toevoegen
-
-enable (e) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven
-
- expressies inschakelen
-
-file (fil) De toepassing opgeven waarin fouten moeten worden
-
- opgespoord.
-
-finish (f) Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert
-
-handle (han) Opgeven hoe een fout moet worden verwerkt
-
-help (h) Help weergeven voor fdb-opdrachten
-
-home (ho) De locatie van de lijst instellen op het punt waar de
-
- uitvoering is gestopt
-
-info (i) Informatie weergeven over het programma waarin fouten
-
- worden opgespoord
-
-kill (k) Uitvoering stoppen van het programma waarin fouten worden
-
- opgespoord
-
-list (l) De opgegeven functie of regel weergeven
-
-next (n) Stapsgewijs programma
-
-print (p) De waarde van variabele EXP weergeven
-
-pwd (pw) De werkmap weergeven
-
-quit (q) Fdb afsluiten
-
-run (r) Het programma starten waarin de fouten zijn opgespoord
-
-set (se) De waarde van een variabele instellen
-
-source (so) Fdb-opdrachten lezen vanuit een bestand
-
-step (s) Stap voor stap het programma doorlopen totdat er een andere
-
- bronregel bereikt wordt
-
-tutorial (t) Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven
-
-undisplay (u) Een automatisch weergegeven expressie verwijderen
-
-viewswf (v) Een filter instellen voor de bestandsweergave op basis van
-
- swf of deze verwijderen
-
-watch (wa) Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele
-
-what (wh) De context van een variabele weergeven
-
-where (w) Gelijk aan bt
-
-Typ 'help' gevolgd door de naam van de opdracht voor de volledige documentatie.
-
-
-
-[home]
-
-
-
-De locatie van de lijst instellen op het punt waar de uitvoering is gestopt.
-
-
-
-[info]
-
-
-
-Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over het programma waarin
-
-fouten worden opgespoord.
-
-Lijst met subopdrachten voor informatie:
-
-info arguments (i a) Argumentvariabelen van het huidige stackframe
-
-info breakpoints (i b) Status van onderbrekingspunten die door gebruiker
-
- kunnen worden ingesteld
-
-info display (i d) Een lijst met automatisch weergegeven expressies tonen
-
-info files (i f) Namen van doelen en bestanden waarin fouten worden
-
- opgespoord
-
-info functions (i fu) Alle functienamen
-
-info handle (i h) Hoe verwerkt u een fout
-
-info locals (i l) Lokale variabelen van het huidige stackframe
-
-info scopechain (i sc) Bereikketen van het huidige stackframe
-
-info sources (i so) Bronbestanden in het programma
-
-info stack (i s) Backtrace van de stack
-
-info swfs (i sw) Lijst met swf's in deze sessie
-
-info targets(i t) Toepassing waarin fouten worden opgespoord
-
-info variables (i v) Alle globale en statische namen van variabelen
-
-Typ 'help info' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige
-
-documentatie.
-
-
-
-[info arguments]
-
-
-
-Argumenten van het huidige stackframe weergeven.
-
-
-
-[info breakpoints]
-
-
-
-De status van alle onderbrekingspunten en controlepunten weergeven.
-
-De kolom Type geeft één van de volgende punten aan:
-
- breakpoint - normaal onderbrekingspunt
-
- watchpoint - controlepunt
-
-De kolom Disp bevat een van de waarden 'keep', 'del' of 'dis' om de verwerking
-
-van het onderbrekingspunt aan te geven nadat dit is bereikt. 'dis' betekent dat
-
-het onderbrekingspunt wordt uitgeschakeld en 'del' betekent dat het wordt
-
-gewist.
-
-De kolommen 'Address' en 'What' geven respectievelijk het adres en het
-
-bestand/regelnummer aan.
-
-
-
-[info display]
-
-
-
-Een lijst met automatisch weergegeven expressies en hun nummers tonen.
-
-
-
-[info files]
-
-
-
-Namen en nummers van de bestanden weergeven voor de toepassing waarin fouten
-
-worden opgespoord, waaronder bronbestanden, framework-bestanden en automatisch
-
-gegenereerde bestanden.
-
-Voorbeelden:
-
- info files
-
- Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven, gerangschikt op categorie
-
- info files my
-
- info files my*
-
- Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden
-
- waarvan de namen met "my" beginnen.
-
- info files *.as
-
- Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden
-
- waarvan de namen op ".as" eindigen.
-
- info files *foo*
-
- Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden
-
- waarvan de naam "foo" bevat.
-
-Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het
-
-bestandsnummer is.
-
-In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken.
-
-
-
-[info functions]
-
-
-
-Functienamen weergeven
-
-Voorbeelden:
-
- info functions .
-
- Hiermee worden alle functies in het huidige bestand weergegeven.
-
- info functions myapp.mxml
-
- Hiermee worden alle functies in myapp.mxml weergegeven.
-
- info functions #3
-
- Hiermee worden alle functies in bestand #3 weergegeven.
-
- info functions
-
- Hiermee worden alle functies in alle bestanden weergegeven.
-
-Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
-
-nummers.
-
-Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn.
-
-
-
-[info handle]
-
-
-
-Aangeven wat fdb doet als er een fout in Flash Player optreedt.
-
-Voorbeelden:
-
- info handle
-
- Hiermee wordt aangegeven hoe fdb alle fouten afhandelt.
-
- info handle recursion_limit
-
- Hiermee wordt aangegeven hoe fdb de fout recursion_limit afhandelt.
-
-
-
-[info locals]
-
-
-
-Lokale variabelen van het huidige stackframe weergeven.
-
-
-
-[info scopechain]
-
-
-
-De bereikketen van het huidige stackframe weergeven. De bereikketen is de
-
-lijst met objecten die wordt doorzocht als Flash Player een symboolnaam
-
-probeert op te halen.
-
-
-
-[info sources]
-
-
-
-Namen en nummers van de bronbestanden weergeven voor de toepassing waarin
-
-fouten worden opgespoord. Framework-bestanden en automatisch gegenereerde
-
-bestanden worden uitgesloten.
-
-Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het
-
-bestandsnummer is.
-
-In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken.
-
-
-
-[info stack]
-
-
-
-Backtrace van de stack.
-
-
-
-[info swfs]
-
-
-
-Swf's weergeven die in de opsporingssessie bekend zijn. Zie de opdracht
-
-'viewswf' voor details over hoe het bestandsoverzicht kan worden gefilterd aan
-
-de hand van de swf-naam.
-
-
-
-[info targets]
-
-
-
-De URL (http: of file:) weergeven van de toepassing waarin fouten worden
-
-opgespoord.
-
-
-
-[info variables]
-
-
-
-De namen en waarden van alle globale en statische variabelen weergeven.
-
-
-
-[info ?]
-
-
-
-Opdracht niet-gedefinieerde info. Probeer 'help info'.
-
-
-
-[kill]
-
-
-
-Het uitvoeren van het programma waarin fouten worden opgespoord, beëindigen.
-
-Deze opdracht heeft geen argumenten.
-
-
-
-[list]
-
-
-
-Coderegels vermelden in een bronbestand.
-
-Voorbeelden:
-
- list
-
- Hiermee worden tien extra regels weergegeven in het huidige bestand achter
-
- of rond de vorige lijst.
-
- list -
-
- Hiermee worden de tien regels weergegeven in het huidige bestand voor een
-
- eerdere lijst.
-
- list 87
-
- Hiermee worden tien regels weergegeven in het huidige bestand rond regel 87.
-
- list 87 102
-
- Hiermee worden de regels 87 tot 102 weergegeven in het huidige bestand.
-
-Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op zeven andere
-
-manieren regels opgeven:
-
- doThis
-
- De eerste regel van de functie doThis() in het huidige bestand.
-
- myapp.mxml
-
- Regel 1 in myapp.mxml.
-
- myapp.mxml:doThat
-
- De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml.
-
- myapp.mxml:56
-
- Regel 56 in myapp.mxml.
-
- #3
-
- Regel 1 in bestand #3.
-
- #3:doOther
-
- De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint.
-
- #3:29
-
- Regel 29 in bestand #3.
-
-Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
-
-nummers.
-
-Voer "info functions" in voor functienamen.
-
-Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig
-
-zijn.
-
-Wanneer u een bestand in de lijst vermeldt, wordt dat bestand het huidige
-
-bestand. (Zie de opdracht 'cf'.)
-
-
-
-[next]
-
-
-
-Stap voor stap door het programma gaan om de aanroepen van subroutines te
-
-doorlopen.
-
- next
-
- Ga één stap verder.
-
- next 3
-
- Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt.
-
-Net als bij de opdracht 'step' gaat u door totdat er geen subroutines meer
-
-worden aangeroepen. Als dat toch gebeurt, wordt de aanroep als één instructie
-
-verwerkt.
-
-
-
-[print]
-
-
-
-De waarde van variabelen of expressies weergeven.
-
-Voorbeelden:
-
- print i
-
- Hiermee wordt de waarde van 'i' weergegeven.
-
- print employee.name
-
- Hiermee wordt de waarde van 'employee.name' weergegeven.
-
- print employee
-
- Hiermee wordt de waarde van het Object 'employee' weergegeven.
-
- Dit geeft mogelijk iets weer als [Object 10378].
-
- print employee.
-
- Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee'
-
- weergegeven.
-
- print *employee
-
- Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee'
-
- weergegeven.
-
- Voorvoegsel * operator is het alternatief voor achtervoegsel . operator.
-
- print #10378.
-
- Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van Object #10378
-
- weergegeven.
-
-De toegankelijke variabelen zijn die in de lexicale omgeving van het
-
-geselecteerde stackframe en die waarvan het bereik globaal of een volledig
-
-bestand is.
-
-
-
-[pwd]
-
-
-
-De huidige werkmap weergeven.
-
-Dit is de map vanwaaruit fdb is gestart; het is niet mogelijk om deze binnen
-
-fdb te wijzigen. Het argument voor 'run' en 'source' kan worden opgegeven voor
-
-deze map.
-
-Deze opdracht heeft geen argumenten.
-
-
-
-[quit]
-
-
-
-Fdb afsluiten.
-
-Deze opdracht heeft geen argumenten.
-
-
-
-[run]
-
-
-
-Een foutopsporingssessie starten.
-
-Voorbeelden:
-
- run http://www.mysite.com/myapp.mxml
-
- Hiermee wordt de opgegeven MXML-toepassing uitgevoerd.
-
- run myapp.swf
-
- run mydir\myapp.swf
-
- run c:\mydir\myapp.swf
-
- Hiermee wordt het lokale SWF-bestand myapp.swf dat kan worden opgegeven,
-
- uitgevoerd hetzij met betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd')
-
- of door een absoluut pad te gebruiken. In deze gevallen moet myapp.swd (het
-
- bestand dat de opsporingsinformatie bevat) ook in dezelfde map staan als
-
- myapp.swf.
-
- run
-
- Voer de toepassing uit die eerder is opgegeven met de opdracht 'file'.
-
- Als er geen toepassing is opgegeven, wacht fdb totdat er een toepassing
-
- verbinding mee maakt en treedt er een time-out op als dit niet gebeurt.
-
-'run' start de toepassing in een browser of zelfstandige Flash Player.
-
-Zodra de toepassing start, maakt deze contact met fdb zodat u bijvoorbeeld
-
-onderbrekingspunten in kunt stellen.
-
-
-
-Op de Macintosh is de enige ondersteunde vorm van de opdracht, 'run' zonder
-
-argumenten. Daarna moet u Flash Player handmatig starten.
-
-
-
-[set]
-
-
-
-De waarde van een variabele of een convenience-variabele instellen.
-
-Convenience-variabelen zijn variabelen die geheel binnen fdb bestaan; ze maken
-
-geen deel uit van uw programma.
-
-Convenience-variabelen worden voorafgegaan door '$' en kunnen allerlei namen
-
-hebben, zolang deze niet strijdig zijn met de bestaande variabele.
-
-Bijvoorbeeld $myVar. Convenience-variabelen worden ook gebruikt om de
-
-verschillende aspecten van fdb te bepalen.
-
-
-
-fdb gebruikt de volgende convenience-variabelen.
-
-$listsize - aantal bronregels die 'list' toont
-
-$columnwrap - kolomnummer op basis waarvan uitvoer omloopt
-
-$infostackshowthis - indien 0, wordt 'this' niet getoond in de stackbacktrace
-
-$invokegetters - indien 0, wordt voorkomen dat fdb getter-functies activeert
-
-$bpnum - het nummer van het laatst gedefinieerde onderbrekingspunt
-
-$displayattributes - indien 1, toont 'print var.' alle attributen van leden van
-
- 'var' (zoals private, static)
-
-
-
-Voorbeelden:
-
- set i = 3
-
- Hiermee wordt de variabele 'i' ingesteld op het getal 3.
-
- set employee.name = "Susan"
-
- Hiermee wordt de variabele 'employee.name' ingesteld op de tekenreeks
-
- "Susan".
-
- set $myVar = 20
-
- Hiermee de convenience-variabele '$myVar' ingesteld op het getal 20
-
-
-
-[show]
-
-
-
-Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over de staat van fdb.
-
-Lijst met subopdrachten voor weergave:
-
-show break (sh b) Locatie en reden voor tijdelijk onderbroken uitvoering
-
-show directories (sh d) Mappen die op bronbestanden moeten worden doorzocht
-
-show files (sh f) Doelbestanden en -paden
-
-show functions (sh fu) Informatie over toewijzen van functieregels
-
-show locations (sh l) Locaties van onderbrekingspunten
-
-show memory (sh m) Huidig geheugengebruik
-
-show net (sh n) Berichtstatistieken van Player
-
-show properties (sh p) Waarden van eigenschappen
-
-show uri (sh u) URI van Player voor deze sessie
-
-show variable (sh v) Ophalen van onbewerkte variabelen
-
-Typ 'help show' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige
-
-documentatie.
-
-
-
-[show break]
-
-
-
-De offset in de swf weergeven waarvoor het programma is gestopt
-
-
-
-[show directories]
-
-
-
-Het huidige zoekpad weergeven voor het zoeken naar bronbestanden.
-
-
-
-[show files]
-
-
-
-Het pad en de bestandsnaam voor alle doelbestanden weergeven.
-
-
-
-[show functions]
-
-
-
-Informatie weergegeven over de toewijzing functie-naar-regelnummer.
-
-Voorbeelden:
-
- show functions .
-
- Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in het
-
- huidige bestand.
-
- show functions myapp.mxml
-
- Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in
-
- myapp.mxml.
-
- show functions #3
-
- Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in
-
- bestand #3.
-
- show functions
-
- Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in alle
-
- bestanden.
-
-Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
-
-nummers.
-
-Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn.
-
-
-
-[show locations]
-
-
-
-De lijst met locaties weergeven die zijn ingesteld voor elk onderbrekingspunt.
-
-
-
-[show memory]
-
-
-
-Java VM-geheugenstatistieken weergeven.
-
-
-
-[show net]
-
-
-
-Informatie weergeven over berichten die zijn verzonden naar en ontvangen van
-
-Flash Player.
-
-
-
-[show properties]
-
-
-
-Een lijst met convenience-variabelen weergeven die binnen het
-
-foutopsporingsprogramma worden gebruikt.
-
-
-
-[show uri]
-
-
-
-De URI weergeven die de Player voor deze sessie heeft verzonden.
-
-
-
-[show variable]
-
-
-
-De waarde van een lid van een variabele weergeven. Twee parameters zijn
-
-verplicht. De eerste is de numerieke id van de variabele, de tweede de naam van
-
-de eigenschap op de variabele. De convenience-variabele $invokegetters wordt
-
-gebruikt om te bepalen of de eigenschappen-getter, aangenomen dat deze bestaat,
-
-wordt gestart of niet.
-
-Voorbeeld:
-
- show variable 1 __proto__
-
-
-
-[show ?]
-
-
-
-Niet-gedefinieerde opdracht. Probeer 'help show'.
-
-
-
-[source]
-
-
-
-Fdb-opdrachten uit een bestand lezen en uitvoeren.
-
- source mycommands.txt
-
- source mydir\mycommands.txt
-
- source c:\mydir\mycommands.txt
-
- Hiermee wordt mycommands.txt gelezen en worden de fdb-opdrachten uitgevoerd
-
- die hierin staan.
-
- Het bestand dat de opdrachten bevat, kan worden opgegeven met
-
- betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd')
-
- of door een absoluut pad te gebruiken.
-
-Het bestand .fdbinit wordt automatisch op deze manier gelezen als fdb start.
-
-Alleen in de huidige map wordt naar .fdbinit gezocht. Dat houdt in dat u voor
-
-verschillende projecten ook verschillende .fdbinit-bestanden kunt maken.
-
-
-
-[step]
-
-
-
-De stappen van het programma volgen totdat er een andere bronregel wordt
-
-bereikt.
-
-Voorbeelden:
-
- step
-
- Ga één stap verder.
-
- step 3
-
- Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt.
-
-
-
-[tutorial]
-
-
-
-Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven.
-
-Deze opdracht heeft geen argumenten.
-
-
-
-[Tutorial]
-
-
-
-Een gebruikelijke fdb-sessie:
-
-Start een toepassing met 'run'.
-
-Bekijk bestandsnamen met 'info sources'.
-
-Toon een lijst van een bestand met 'list'.
-
-Stel onderbrekingspunten in met 'break'.
-
-Voer het programma uit met 'continue' totdat een onderbrekingspunt is bereikt.
-
-Onderzoek de staat van het programma met 'where', 'print', 'info locals'.
-
-Voer individuele instructies uit met 'next', 'step' en 'finish'.
-
-Hervat de uitvoering met 'continue'.
-
-Verlaat fdb met 'quit'.
-
-
-
-[undisplay]
-
-
-
-Een of meer automatisch weergegeven expressies verwijderen.
-
-Voorbeelden:
-
- undisplay
-
- Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies verwijderd.
-
- undisplay 2 7
-
- Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #2 en #3 verwijderd.
-
-Gebruik "info display" als u de lijst en de nummers van de automatisch
-
-weergegeven expressies wilt zien.
-
-
-
-[up]
-
-
-
-Het stackframe dat deze heeft aangeroepen selecteren en weergeven.
-
-Volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen
-
-de lokale variabelen en argumenten van het geselecteerde frame.
-
-Zie 'down' en 'frame'
-
-
-
-[viewswf]
-
-
-
-Het filter instellen voor de bestandslijst (zoals 'info files' en 'info
-
-sources') op basis van de swf-naam of deze verwijderen.
-
-Zonder parameters worden alle bestanden getoond. Als hetzelfde bestand in een
-
-of meer swf-bestanden voorkomt, toont de lijst alleen het eerste exemplaar van
-
-het bestand. Als u andere exemplaren van het bestand wilt openen, moet u het
-
-nummer van het bestand gebruiken (bijvoorbeeld 'list #192') of deze opdracht
-
-met een parameter gebruiken (zie hieronder) om bestanden van een specifieke swf
-
-te tonen. Met een enkele parameter, de swf-naam zoals getoond door de opdracht
-
-'info swfs', verschijnen alleen de bestanden van de opgegeven swf in de lijst.
-
-Bestanden van andere swf's worden niet getoond. Deze opdracht heeft ook
-
-gevolgen voor opdrachten die een bestand als parameter accepteren (zoals
-
-'break').
-
-Voorbeeld:
-
- viewswf myApp.mxml.swf
-
- Hiermee worden alleen bestanden van myApp.mxml.swf getoond.
-
- viewswf
-
- Alle bestanden van alle swf's weergeven.
-
-
-
-[watch]
-
-
-
-Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele. Het
-
-foutopsporingsprogramma stopt als de waarde van de variabele verandert.
-
-Voorbeeld:
-
- watch foo
-
-
-
-[what]
-
-
-
-De context weergeven waarin een variabele wordt opgelost.
-
-
-
-[where]
-
-
-
-Backtrace van de stack.
-
-
-
-[zzz]
-
-
-
-((( Keep this unused topic at the end of the file )))
-
-((( so that the next-to-last one is parsed properly. )))
-
+
+This file contains the text displayed by the 'help' command in fdb.
+
+It is divided into "topics". For example, when an fdb user types
+'help break', the [break] topic below is displayed.
+
+The first and last lines of each topic should be blank.
+They don't get displayed in fdb; they are here only
+to make this file more easily readable.
+
+Help text should be formatted to not wrap
+when displayed on an 80-character-wide console.
+The following line is 80 characters wide.
+
+--------------------------------------------------------------------------------
+
+[?]
+
+Niet-gedefinieerde opdracht. Voer alleen "help" in voor een lijst met alle
+fdb-opdrachten.
+
+[break]
+
+Een onderbrekingspunt instellen op de opgegeven regel of functie.
+Voorbeelden:
+ break 87
+ Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 87 van het huidige
+ bestand.
+ break myapp.mxml:56
+ Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 56 van myapp.mxml.
+ break #3:29
+ Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 29 van bestand #3.
+ break doThis
+ Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThis() in
+ het huidige bestand.
+ break myapp.mxml:doThat
+ Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThat() in
+ het bestand myapp.mxml.
+ break #3:doOther
+ Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doOther() in
+ bestand #3.
+ break
+ Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op het uitvoeradres in het
+ stackframe. Dit is handig voor onderbreking bij terugkeer naar een
+ stackframe.
+Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
+nummers.
+Voer "info functions" in voor functienamen.
+Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig
+zijn.
+Bij opgave van een regelnummer wordt aan het begin van de code voor die regel
+onderbroken.
+Bij opgave van een functie wordt aan het begin van de code voor die functie
+onderbroken.
+Zie "commands" en "condition" voor meer controle over onderbrekingspunten.
+
+[bt]
+
+Backtrace van de stack.
+
+[catch]
+
+Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt. Dit heeft alleen gevolgen voor
+afgevangen uitzonderingen, ofwel uitzonderingen die door een "catch"-blok
+worden verwerkt. Niet-afgevangen uitzonderingen stoppen altijd in het
+foutopsporingsprogramma.
+
+Gebruik de opdracht "verwijderen" om een catch-punt te verwijderen.
+
+Voorbeelden:
+ catch *
+ Hiermee wordt gestopt bij elke uitzondering die er optreedt.
+ catch ReferenceError
+ Hiermee wordt gestopt wanneer er een ReferenceError optreedt, al dan niet
+ afgevangen.
+
+[cf]
+
+De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven of het huidige bestand
+veranderen.
+Voorbeelden:
+ cf
+ Hiermee wordt de naam en het nummer van het huidige bestand weergegeven.
+ cf myapp.mxml
+ Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in myapp.mxml.
+ cf #29
+ Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in bestand #29.
+Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
+nummers.
+Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn.
+Wanneer u een bestand met "list" vermeldt, wordt dat bestand eveneens het
+huidige bestand.
+
+[clear]
+
+Een onderbrekingspunt op een opgegeven regel of bij een functie wissen.
+Voorbeelden:
+ clear 87
+ Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 87 uit het huidige bestand
+ gewist.
+ clear myapp.mxml:56
+ Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 56 van myapp.mxml gewist.
+ clear #3:29
+ Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 29 van bestand #3 gewist.
+ clear doThis
+ Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThis() uit het huidige
+ bestand gewist.
+ clear myapp.mxml:doThat
+ Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThat() uit het bestand
+ myapp.mxml gewist.
+ clear #3:doOther
+ Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doOther() uit bestand #3
+ gewist.
+ clear
+ Hiermee wordt het onderbrekingspunt op de huidige regel uit het huidige
+ bestand gewist.
+Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
+nummers.
+Voer "info functions" in voor functienamen.
+Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig
+zijn.
+Als het regelnummer is opgegeven, worden alle onderbrekingspunten van die regel
+verwijderd.
+Als een functie is opgegeven, worden onderbrekingspunten aan het begin van de
+functie verwijderd.
+
+[continue]
+
+De uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het onderbrekingspunt.
+Deze opdracht heeft geen argumenten.
+
+[condition]
+
+
+Nummer N van onderbrekingspunt opgeven om alleen te onderbreken als COND
+waar is.
+Deze opdracht kan gebruikt worden als 'condition N COND' waarbij N een geheel
+getal is en COND een expressie die telkens wanneer onderbrekingspunt N bereikt
+wordt, moet worden geëvalueerd.
+
+[commands]
+
+Opdrachten instellen die moeten worden uitgevoerd wanneer een onderbrekingspunt
+wordt bereikt.
+Geef het nummer van het onderbrekingspunt als argument op na "commands".
+Zonder argument is het beoogde onderbrekingspunt het laatst ingestelde.
+De opdrachten zelf volgen vanaf de volgende regel.
+Typ een regel die "end" bevat om het einde van de opdrachten aan te geven.
+Voer "silent" in als eerste regel om het onderbrekingspunt stil te maken; dit
+betekent dat er behalve dat wat de opdrachten weergeven, geen uitvoer wordt
+weergegeven.
+Voorbeeld:
+ (fdb) commands
+ Typ opdrachten die moeten worden uitgevoerd bij het bereiken van
+ onderbrekingspunt 1, één per regel.
+ Eindig met een regel die alleen "end" bevat.
+ >w
+ >end
+
+[delete]
+
+Een of meer onderbrekingspunten verwijderen.
+Voorbeelden:
+ delete
+ Hiermee worden alle onderbrekingspunten verwijderd.
+ delete 2 5
+ Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 verwijderd.
+Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt
+zien.
+
+[directory]
+
+De lijst met mappen waarin fdb naar bronbestanden zoekt, wijzigen.
+
+Voorbeelden:
+
+ directory
+ Hiermee wordt de standaardlijst hersteld, bestaande uit de map waarin het
+ bronbestand is gecompileerd naar objectcode, gevolgd door de huidige
+ werkmap.
+
+ directory C:\MySource (Windows)
+ directory /MySource (Mac)
+ Hiermee wordt de opgegeven map toegevoegd aan het begin van de lijst met
+ mappen waarin naar de bron wordt gezocht. Bij het zoeken naar de bron voor
+ de klasse mypackage.MyClass zal het foutopsporingsprogramma bijvoorbeeld
+ zoeken naar zowel C:\MySource\mypackage\MyClass.as als
+ C:\MySource\MyClass.as.
+
+ directory C:\Dir1;C:\Dir2 (Windows -- gebruik ';' als scheidingsteken)
+ directory /Dir1:/Dir2 (Mac -- gebruik ':' als scheidingsteken)
+ Hiermee worden verschillende mappen toegevoegd aan het begin van de lijst
+ met mappen waarin naar de bron wordt gezocht.
+
+Gebruik "show directories" voor een overzicht van de huidige lijst.
+
+[disable]
+
+Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies
+uitschakelen.
+Voorbeelden:
+ disable
+ disable breakpoints
+ Hiermee worden alle onderbrekingspunten uitgeschakeld.
+ disable 2 5
+ disable breakpoints 2 5
+ Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 uitgeschakeld.
+ disable display
+ Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies uitgeschakeld.
+ disable display 1 3
+ Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 uitgeschakeld.
+Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt
+zien.
+Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven
+expressies wilt zien.
+
+[disassemble]
+
+(Alleen ActionScript 2; wordt niet ondersteund bij de foutopsporing van
+ActionScript 3)
+
+Disassembleer een opgegeven deel van de broncode.
+De standaardinstelling is de huidige regel in de lijst.
+De ondersteunde argumenten zijn dezelfde als bij de lijstopdracht
+Voorbeelden:
+ disassemble 87
+ Hiermee wordt regel 87 in het huidige bestand gedisassembleerd.
+ disassemble 87 102
+ Hiermee worden de regels 87 tot 102 in het huidige bestand
+ gedisassembleerd.
+ disassemble doThis
+ Hiermee wordt de functie doThis() in het huidige bestand gedisassembleerd.
+Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op andere manieren
+regels opgeven:
+ myapp.mxml
+ Regel 1 in myapp.mxml.
+ myapp.mxml:doThat
+ De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml.
+ myapp.mxml:56
+ Regel 56 in myapp.mxml.
+ #3
+ Regel 1 in bestand #3.
+ #3:doOther
+ De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint.
+ #3:29
+ Regel 29 in bestand #3.
+
+[display]
+
+Een expressie toevoegen aan de lijst met automatisch weergegeven expressies.
+Voorbeeld:
+ display employee.name
+ Voeg 'employee.name' toe aan de lijst met automatisch weergegeven
+ expressies.
+ Telkens wanneer fdb stopt, wordt de waarde van employee.name weergegeven.
+Het argument voor deze opdracht is hetzelfde als dat voor 'print'.
+Voer "info display" in als u de lijst en de nummers van de automatisch
+weergegeven expressies wilt zien.
+
+[down]
+
+Het stackframe selecteren dat hierdoor wordt aangeroepen en deze afdrukken.
+De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale
+variabelen en argumenten van het geselecteerde frame.
+Zie 'up' en 'frame'
+
+[enable]
+
+Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies
+inschakelen.
+Voorbeelden:
+ enable
+ enable breakpoints
+ Hiermee worden alle onderbrekingspunten ingeschakeld.
+ enable 2 5
+ enable breakpoints 2 5
+ Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 ingeschakeld.
+ enable display
+ Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies ingeschakeld.
+ enable display 1 3
+ Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 ingeschakeld.
+Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt
+zien.
+Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven
+expressies wilt zien.
+
+[file]
+
+Een toepassing opgeven waarin u fouten wilt opsporen zonder deze te starten.
+Voorbeelden:
+ file http://www.mysite.com/myapp.mxml
+ Geef een MXML-toepassing op om fouten in op te sporen.
+ file myapp.swf
+ Geef een lokaal SWF-bestand in de huidige map op voor foutopsporing.
+ In dit geval moet myapp.swd (het bestand dat de foutopsporingsinformatie
+ bevat) ook in de huidige map staan.
+Met deze opdracht wordt de toepassing echter niet gestart; daarvoor gebruikt u
+de opdracht 'run' zonder argumenten.
+In plaats van 'file <doel>' en 'run' te gebruiken, kunt u de toepassing waarin
+u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van 'run':
+ run http://mysite.com/myapp.mxml
+ run myapp.swf
+U kunt de toepassing waarin u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van
+een opdrachtregel bij het starten van fdb:
+ fdb http://www.mysite.com/myapp.mxml
+ fdb myapp.swf
+In dit geval hoeft u 'file' of 'run' niet te gebruiken.
+Als u 'run' invoert zonder een toepassing op te geven waarin u de fouten wilt
+opsporen, wacht fdb tot een toepassing er verbinding mee maakt.
+
+[finish]
+
+Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert.
+Deze opdracht heeft geen argumenten.
+
+[frame]
+
+Een bepaald stackframe selecteren en afdrukken.
+Deze optie heeft als optioneel argument een framenummer.
+Zonder argument is de standaardactie terugkeren naar het huidige topframe
+(d.w.z. frame 0).
+Voorbeelden:
+ frame 4
+ frame
+De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale
+variabelen en argumenten van het geselecteerde frame.
+Zie 'up', 'down' en 'bt'
+
+[handle]
+
+Aangeven hoe fdb een fout in Flash Player moet afhandelen.
+Voorbeelden:
+ handle recursion_limit stop
+ Als de fout recursion_limit zich voordoet, toont fdb een bericht en stopt
+ alsof het om een onderbrekingspunt gaat.
+ handle all print nostop
+ Als er een willekeurige fout optreedt, toont fdb een bericht zonder te
+ stoppen.
+Het eerste argument is een foutnaam of 'all'.
+Overige argumenten zijn handelingen die betrekking hebben op die fout.
+Voer 'info handle' in voor foutnamen.
+Acties zijn print/noprint en stop/nostop.
+'print' betekent een bericht weergeven als er een fout optreedt.
+'stop' betekent teruggaan naar het foutopsporingsprogramma als deze fout
+optreedt. Impliceert 'print'.
+
+[help]
+
+Nieuw bij fdb? Voer 'tutorial' in voor basisinfo.
+Lijst met fdb-opdrachten:
+bt (bt) Een backtrace van alle stackframes weergeven
+break (b) Een onderbrekingspunt instellen op een opgegeven regel of
+ bij een functie
+catch (ca) Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt
+cf (cf) De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven
+clear (cl) Een onderbrekingspunt van een opgegeven regel of functie
+ wissen
+condition (cond) Een voorwaardelijke expressie toevoegen aan of verwijderen
+ van een onderbrekingspunt
+continue (c) Uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het
+ onderbrekingspunt
+commands (com) Hiermee worden opdrachten ingesteld die worden uitgevoerd
+ wanneer het onderbrekingspunt bereikt wordt
+delete (d) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven
+ expressies verwijderen
+directory (dir) Een map toevoegen aan het zoekpad voor bronbestanden
+disable (disab) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven
+ expressies uitschakelen
+disassemble (disas) Bronregels of functies disassembleren
+display (disp) Een automatisch weergegeven expressie toevoegen
+enable (e) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven
+ expressies inschakelen
+file (fil) De toepassing opgeven waarin fouten moeten worden
+ opgespoord.
+finish (f) Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert
+handle (han) Opgeven hoe een fout moet worden verwerkt
+help (h) Help weergeven voor fdb-opdrachten
+home (ho) De locatie van de lijst instellen op het punt waar de
+ uitvoering is gestopt
+info (i) Informatie weergeven over het programma waarin fouten
+ worden opgespoord
+kill (k) Uitvoering stoppen van het programma waarin fouten worden
+ opgespoord
+list (l) De opgegeven functie of regel weergeven
+next (n) Stapsgewijs programma
+print (p) De waarde van variabele EXP weergeven
+pwd (pw) De werkmap weergeven
+quit (q) Fdb afsluiten
+run (r) Het programma starten waarin de fouten zijn opgespoord
+set (se) De waarde van een variabele instellen
+source (so) Fdb-opdrachten lezen vanuit een bestand
+step (s) Stap voor stap het programma doorlopen totdat er een andere
+ bronregel bereikt wordt
+tutorial (t) Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven
+undisplay (u) Een automatisch weergegeven expressie verwijderen
+viewswf (v) Een filter instellen voor de bestandsweergave op basis van
+ swf of deze verwijderen
+watch (wa) Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele
+what (wh) De context van een variabele weergeven
+where (w) Gelijk aan bt
+Typ 'help' gevolgd door de naam van de opdracht voor de volledige documentatie.
+
+[home]
+
+De locatie van de lijst instellen op het punt waar de uitvoering is gestopt.
+
+[info]
+
+Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over het programma waarin
+fouten worden opgespoord.
+Lijst met subopdrachten voor informatie:
+info arguments (i a) Argumentvariabelen van het huidige stackframe
+info breakpoints (i b) Status van onderbrekingspunten die door gebruiker
+ kunnen worden ingesteld
+info display (i d) Een lijst met automatisch weergegeven expressies tonen
+info files (i f) Namen van doelen en bestanden waarin fouten worden
+ opgespoord
+info functions (i fu) Alle functienamen
+info handle (i h) Hoe verwerkt u een fout
+info locals (i l) Lokale variabelen van het huidige stackframe
+info scopechain (i sc) Bereikketen van het huidige stackframe
+info sources (i so) Bronbestanden in het programma
+info stack (i s) Backtrace van de stack
+info swfs (i sw) Lijst met swf's in deze sessie
+info targets(i t) Toepassing waarin fouten worden opgespoord
+info variables (i v) Alle globale en statische namen van variabelen
+Typ 'help info' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige
+documentatie.
+
+[info arguments]
+
+Argumenten van het huidige stackframe weergeven.
+
+[info breakpoints]
+
+De status van alle onderbrekingspunten en controlepunten weergeven.
+De kolom Type geeft één van de volgende punten aan:
+ breakpoint - normaal onderbrekingspunt
+ watchpoint - controlepunt
+De kolom Disp bevat een van de waarden 'keep', 'del' of 'dis' om de verwerking
+van het onderbrekingspunt aan te geven nadat dit is bereikt. 'dis' betekent dat
+het onderbrekingspunt wordt uitgeschakeld en 'del' betekent dat het wordt
+gewist.
+De kolommen 'Address' en 'What' geven respectievelijk het adres en het
+bestand/regelnummer aan.
+
+[info display]
+
+Een lijst met automatisch weergegeven expressies en hun nummers tonen.
+
+[info files]
+
+Namen en nummers van de bestanden weergeven voor de toepassing waarin fouten
+worden opgespoord, waaronder bronbestanden, framework-bestanden en automatisch
+gegenereerde bestanden.
+Voorbeelden:
+ info files
+ Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven, gerangschikt op categorie
+ info files my
+ info files my*
+ Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden
+ waarvan de namen met "my" beginnen.
+ info files *.as
+ Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden
+ waarvan de namen op ".as" eindigen.
+ info files *foo*
+ Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden
+ waarvan de naam "foo" bevat.
+Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het
+bestandsnummer is.
+In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken.
+
+[info functions]
+
+Functienamen weergeven
+Voorbeelden:
+ info functions .
+ Hiermee worden alle functies in het huidige bestand weergegeven.
+ info functions myapp.mxml
+ Hiermee worden alle functies in myapp.mxml weergegeven.
+ info functions #3
+ Hiermee worden alle functies in bestand #3 weergegeven.
+ info functions
+ Hiermee worden alle functies in alle bestanden weergegeven.
+Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
+nummers.
+Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn.
+
+[info handle]
+
+Aangeven wat fdb doet als er een fout in Flash Player optreedt.
+Voorbeelden:
+ info handle
+ Hiermee wordt aangegeven hoe fdb alle fouten afhandelt.
+ info handle recursion_limit
+ Hiermee wordt aangegeven hoe fdb de fout recursion_limit afhandelt.
+
+[info locals]
+
+Lokale variabelen van het huidige stackframe weergeven.
+
+[info scopechain]
+
+De bereikketen van het huidige stackframe weergeven. De bereikketen is de
+lijst met objecten die wordt doorzocht als Flash Player een symboolnaam
+probeert op te halen.
+
+[info sources]
+
+Namen en nummers van de bronbestanden weergeven voor de toepassing waarin
+fouten worden opgespoord. Framework-bestanden en automatisch gegenereerde
+bestanden worden uitgesloten.
+Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het
+bestandsnummer is.
+In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken.
+
+[info stack]
+
+Backtrace van de stack.
+
+[info swfs]
+
+Swf's weergeven die in de opsporingssessie bekend zijn. Zie de opdracht
+'viewswf' voor details over hoe het bestandsoverzicht kan worden gefilterd aan
+de hand van de swf-naam.
+
+[info targets]
+
+De URL (http: of file:) weergeven van de toepassing waarin fouten worden
+opgespoord.
+
+[info variables]
+
+De namen en waarden van alle globale en statische variabelen weergeven.
+
+[info ?]
+
+Opdracht niet-gedefinieerde info. Probeer 'help info'.
+
+[kill]
+
+Het uitvoeren van het programma waarin fouten worden opgespoord, beëindigen.
+Deze opdracht heeft geen argumenten.
+
+[list]
+
+Coderegels vermelden in een bronbestand.
+Voorbeelden:
+ list
+ Hiermee worden tien extra regels weergegeven in het huidige bestand achter
+ of rond de vorige lijst.
+ list -
+ Hiermee worden de tien regels weergegeven in het huidige bestand voor een
+ eerdere lijst.
+ list 87
+ Hiermee worden tien regels weergegeven in het huidige bestand rond regel 87.
+ list 87 102
+ Hiermee worden de regels 87 tot 102 weergegeven in het huidige bestand.
+Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op zeven andere
+manieren regels opgeven:
+ doThis
+ De eerste regel van de functie doThis() in het huidige bestand.
+ myapp.mxml
+ Regel 1 in myapp.mxml.
+ myapp.mxml:doThat
+ De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml.
+ myapp.mxml:56
+ Regel 56 in myapp.mxml.
+ #3
+ Regel 1 in bestand #3.
+ #3:doOther
+ De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint.
+ #3:29
+ Regel 29 in bestand #3.
+Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
+nummers.
+Voer "info functions" in voor functienamen.
+Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig
+zijn.
+Wanneer u een bestand in de lijst vermeldt, wordt dat bestand het huidige
+bestand. (Zie de opdracht 'cf'.)
+
+[next]
+
+Stap voor stap door het programma gaan om de aanroepen van subroutines te
+doorlopen.
+ next
+ Ga één stap verder.
+ next 3
+ Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt.
+Net als bij de opdracht 'step' gaat u door totdat er geen subroutines meer
+worden aangeroepen. Als dat toch gebeurt, wordt de aanroep als één instructie
+verwerkt.
+
+[print]
+
+De waarde van variabelen of expressies weergeven.
+Voorbeelden:
+ print i
+ Hiermee wordt de waarde van 'i' weergegeven.
+ print employee.name
+ Hiermee wordt de waarde van 'employee.name' weergegeven.
+ print employee
+ Hiermee wordt de waarde van het Object 'employee' weergegeven.
+ Dit geeft mogelijk iets weer als [Object 10378].
+ print employee.
+ Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee'
+ weergegeven.
+ print *employee
+ Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee'
+ weergegeven.
+ Voorvoegsel * operator is het alternatief voor achtervoegsel . operator.
+ print #10378.
+ Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van Object #10378
+ weergegeven.
+De toegankelijke variabelen zijn die in de lexicale omgeving van het
+geselecteerde stackframe en die waarvan het bereik globaal of een volledig
+bestand is.
+
+[pwd]
+
+De huidige werkmap weergeven.
+Dit is de map vanwaaruit fdb is gestart; het is niet mogelijk om deze binnen
+fdb te wijzigen. Het argument voor 'run' en 'source' kan worden opgegeven voor
+deze map.
+Deze opdracht heeft geen argumenten.
+
+[quit]
+
+Fdb afsluiten.
+Deze opdracht heeft geen argumenten.
+
+[run]
+
+Een foutopsporingssessie starten.
+Voorbeelden:
+ run http://www.mysite.com/myapp.mxml
+ Hiermee wordt de opgegeven MXML-toepassing uitgevoerd.
+ run myapp.swf
+ run mydir\myapp.swf
+ run c:\mydir\myapp.swf
+ Hiermee wordt het lokale SWF-bestand myapp.swf dat kan worden opgegeven,
+ uitgevoerd hetzij met betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd')
+ of door een absoluut pad te gebruiken. In deze gevallen moet myapp.swd (het
+ bestand dat de opsporingsinformatie bevat) ook in dezelfde map staan als
+ myapp.swf.
+ run
+ Voer de toepassing uit die eerder is opgegeven met de opdracht 'file'.
+ Als er geen toepassing is opgegeven, wacht fdb totdat er een toepassing
+ verbinding mee maakt en treedt er een time-out op als dit niet gebeurt.
+'run' start de toepassing in een browser of zelfstandige Flash Player.
+Zodra de toepassing start, maakt deze contact met fdb zodat u bijvoorbeeld
+onderbrekingspunten in kunt stellen.
+
+Op de Macintosh is de enige ondersteunde vorm van de opdracht, 'run' zonder
+argumenten. Daarna moet u Flash Player handmatig starten.
+
+[set]
+
+De waarde van een variabele of een convenience-variabele instellen.
+Convenience-variabelen zijn variabelen die geheel binnen fdb bestaan; ze maken
+geen deel uit van uw programma.
+Convenience-variabelen worden voorafgegaan door '$' en kunnen allerlei namen
+hebben, zolang deze niet strijdig zijn met de bestaande variabele.
+Bijvoorbeeld $myVar. Convenience-variabelen worden ook gebruikt om de
+verschillende aspecten van fdb te bepalen.
+
+fdb gebruikt de volgende convenience-variabelen.
+$listsize - aantal bronregels die 'list' toont
+$columnwrap - kolomnummer op basis waarvan uitvoer omloopt
+$infostackshowthis - indien 0, wordt 'this' niet getoond in de stackbacktrace
+$invokegetters - indien 0, wordt voorkomen dat fdb getter-functies activeert
+$bpnum - het nummer van het laatst gedefinieerde onderbrekingspunt
+$displayattributes - indien 1, toont 'print var.' alle attributen van leden van
+ 'var' (zoals private, static)
+
+Voorbeelden:
+ set i = 3
+ Hiermee wordt de variabele 'i' ingesteld op het getal 3.
+ set employee.name = "Susan"
+ Hiermee wordt de variabele 'employee.name' ingesteld op de tekenreeks
+ "Susan".
+ set $myVar = 20
+ Hiermee de convenience-variabele '$myVar' ingesteld op het getal 20
+
+[show]
+
+Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over de staat van fdb.
+Lijst met subopdrachten voor weergave:
+show break (sh b) Locatie en reden voor tijdelijk onderbroken uitvoering
+show directories (sh d) Mappen die op bronbestanden moeten worden doorzocht
+show files (sh f) Doelbestanden en -paden
+show functions (sh fu) Informatie over toewijzen van functieregels
+show locations (sh l) Locaties van onderbrekingspunten
+show memory (sh m) Huidig geheugengebruik
+show net (sh n) Berichtstatistieken van Player
+show properties (sh p) Waarden van eigenschappen
+show uri (sh u) URI van Player voor deze sessie
+show variable (sh v) Ophalen van onbewerkte variabelen
+Typ 'help show' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige
+documentatie.
+
+[show break]
+
+De offset in de swf weergeven waarvoor het programma is gestopt
+
+[show directories]
+
+Het huidige zoekpad weergeven voor het zoeken naar bronbestanden.
+
+[show files]
+
+Het pad en de bestandsnaam voor alle doelbestanden weergeven.
+
+[show functions]
+
+Informatie weergegeven over de toewijzing functie-naar-regelnummer.
+Voorbeelden:
+ show functions .
+ Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in het
+ huidige bestand.
+ show functions myapp.mxml
+ Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in
+ myapp.mxml.
+ show functions #3
+ Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in
+ bestand #3.
+ show functions
+ Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in alle
+ bestanden.
+Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en
+nummers.
+Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn.
+
+[show locations]
+
+De lijst met locaties weergeven die zijn ingesteld voor elk onderbrekingspunt.
+
+[show memory]
+
+Java VM-geheugenstatistieken weergeven.
+
+[show net]
+
+Informatie weergeven over berichten die zijn verzonden naar en ontvangen van
+Flash Player.
+
+[show properties]
+
+Een lijst met convenience-variabelen weergeven die binnen het
+foutopsporingsprogramma worden gebruikt.
+
+[show uri]
+
+De URI weergeven die de Player voor deze sessie heeft verzonden.
+
+[show variable]
+
+De waarde van een lid van een variabele weergeven. Twee parameters zijn
+verplicht. De eerste is de numerieke id van de variabele, de tweede de naam van
+de eigenschap op de variabele. De convenience-variabele $invokegetters wordt
+gebruikt om te bepalen of de eigenschappen-getter, aangenomen dat deze bestaat,
+wordt gestart of niet.
+Voorbeeld:
+ show variable 1 __proto__
+
+[show ?]
+
+Niet-gedefinieerde opdracht. Probeer 'help show'.
+
+[source]
+
+Fdb-opdrachten uit een bestand lezen en uitvoeren.
+ source mycommands.txt
+ source mydir\mycommands.txt
+ source c:\mydir\mycommands.txt
+ Hiermee wordt mycommands.txt gelezen en worden de fdb-opdrachten uitgevoerd
+ die hierin staan.
+ Het bestand dat de opdrachten bevat, kan worden opgegeven met
+ betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd')
+ of door een absoluut pad te gebruiken.
+Het bestand .fdbinit wordt automatisch op deze manier gelezen als fdb start.
+Alleen in de huidige map wordt naar .fdbinit gezocht. Dat houdt in dat u voor
+verschillende projecten ook verschillende .fdbinit-bestanden kunt maken.
+
+[step]
+
+De stappen van het programma volgen totdat er een andere bronregel wordt
+bereikt.
+Voorbeelden:
+ step
+ Ga één stap verder.
+ step 3
+ Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt.
+
+[tutorial]
+
+Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven.
+Deze opdracht heeft geen argumenten.
+
+[Tutorial]
+
+Een gebruikelijke fdb-sessie:
+Start een toepassing met 'run'.
+Bekijk bestandsnamen met 'info sources'.
+Toon een lijst van een bestand met 'list'.
+Stel onderbrekingspunten in met 'break'.
+Voer het programma uit met 'continue' totdat een onderbrekingspunt is bereikt.
+Onderzoek de staat van het programma met 'where', 'print', 'info locals'.
+Voer individuele instructies uit met 'next', 'step' en 'finish'.
+Hervat de uitvoering met 'continue'.
+Verlaat fdb met 'quit'.
+
+[undisplay]
+
+Een of meer automatisch weergegeven expressies verwijderen.
+Voorbeelden:
+ undisplay
+ Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies verwijderd.
+ undisplay 2 7
+ Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #2 en #3 verwijderd.
+Gebruik "info display" als u de lijst en de nummers van de automatisch
+weergegeven expressies wilt zien.
+
+[up]
+
+Het stackframe dat deze heeft aangeroepen selecteren en weergeven.
+Volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen
+de lokale variabelen en argumenten van het geselecteerde frame.
+Zie 'down' en 'frame'
+
+[viewswf]
+
+Het filter instellen voor de bestandslijst (zoals 'info files' en 'info
+sources') op basis van de swf-naam of deze verwijderen.
+Zonder parameters worden alle bestanden getoond. Als hetzelfde bestand in een
+of meer swf-bestanden voorkomt, toont de lijst alleen het eerste exemplaar van
+het bestand. Als u andere exemplaren van het bestand wilt openen, moet u het
+nummer van het bestand gebruiken (bijvoorbeeld 'list #192') of deze opdracht
+met een parameter gebruiken (zie hieronder) om bestanden van een specifieke swf
+te tonen. Met een enkele parameter, de swf-naam zoals getoond door de opdracht
+'info swfs', verschijnen alleen de bestanden van de opgegeven swf in de lijst.
+Bestanden van andere swf's worden niet getoond. Deze opdracht heeft ook
+gevolgen voor opdrachten die een bestand als parameter accepteren (zoals
+'break').
+Voorbeeld:
+ viewswf myApp.mxml.swf
+ Hiermee worden alleen bestanden van myApp.mxml.swf getoond.
+ viewswf
+ Alle bestanden van alle swf's weergeven.
+
+[watch]
+
+Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele. Het
+foutopsporingsprogramma stopt als de waarde van de variabele verandert.
+Voorbeeld:
+ watch foo
+
+[what]
+
+De context weergeven waarin een variabele wordt opgelost.
+
+[where]
+
+Backtrace van de stack.
+
+[zzz]
+
+((( Keep this unused topic at the end of the file )))
+((( so that the next-to-last one is parsed properly. )))